Belangrijke genen bij histamine intolerantie en MCAS
Belangrijke genen bij histamine intolerantie en MCAS
Had jij als kind symptomen die leken op histamine klachten, maar zijn deze pas verergerd op latere leeftijd? Bijvoorbeeld na een periode van stress en/of darmproblemen al dan niet door een of meerdere antibioticakuren? Waren de klachten vroeger mild en dacht je dat het normaal was en dat iedereen wel van die momenten van jeuk, loopneus, buikpijn of vermoeidheid had?
Pas na een crisis in het lichaam kom je tot de conclusie dit is niet normaal! Je vergeet dat je als kind al kleine dingetjes had, die, als je er nu op terug kijkt wel degelijk wijzen op een teveel aan histamine en moeilijkheden met afbreken histamine, hormonen en afvoeren van gif- en afvalstoffen.
Je hoopt natuurlijk dat jouw klachten geen genetische oorsprong hebben en dat je met een goed dieet en genoeg rust voldoende hersteld. Die mensen zijn er, echt waar, maar vaker blijken mensen één of meerdere genetische mutaties (ook wel polymorfisme/SNP genoemd) te hebben waardoor je lichamelijke klachten hebt. Het betekent dan niet dat je niets aan je klachten kunt doen. Jouw gezondheidsstaat kun je terug brengen naar hoe je was als kind, of zelfs beter. Als je weet welke genen bij jou niet of niet goed werken, kun je deze genen ondersteunen met voeding, mineralen en vitaminen. Je kunt je genen beinvloeden.
Het is niet zo dat als je een mutatie hebt, sommige processen minder goed verlopen, het betekent dat je vatbaar bent en dat je een verhoogd risico hebt op een bepaalde aandoening op het moment dat je lichaam uit balans of ziek is. Je kunt veel mutaties hebben en nergens last van hebben. Mijn ervaring is dat alle klachten die ik heb, terug te lezen zijn in de genetische mutaties, maar dat er ook een hoop mutaties zijn waar ik (gelukkig nog geen en hopelijk nooit) last van heb. Ik weet bijvoorbeeld dat mijn lichaam moeite heeft om oestrogeen af te breken en dat ik daardoor gevoeliger ben voor borstkanker, wat betekent dat ik zelf er zoveel mogelijk aan moet doen om oestrogeen af te breken, want ik vertoon meerdere tekenen van oestrogeendominantie.
Enzymen
Het belangrijkst is dat je zorgt dat er voldoende enzymen zijn om histamine af te breken, daarnaast moet je zorgen dat bacterien en mestcellen minder histamine produceren.
DAO (diamine oxidase) wordt in darm uitgescheiden, verlaagt histamine buiten de cellen.
De genen AOC1/ABP1 kunnen bepalen hoeveel DAO er wordt geproduceerd. Er zijn meer genetisch mutaties die de DAO productie aantasten. Als je een polymorfisme hebt betekent dat niet direct je een SNP hebt en daardoor histamine intolerantie. Je bent er wel meer vatbaar voor, dat betekent dat als je een tekort hebt aan voedingsstoffen, je darmen en lever niet goed werken en je stress hebt, er histamine intolerantie kan ontstaan, je moet dus meer opletten dat je goed voor jezelf zorgt.
Genen en histamine intolerantie
Van het AOC1 gen heb je 5 mutaties/polymorfismen die zorgen voor een verminderde DAO activiteit. Belangrijk om te onthouden dat er dus wel voldoende DAO aangemaakt wordt in de darmen maar dat het niet voldoende geactiveerd wordt. Als je deze genmutaties(s) hebt, dan is het belangrijk om de cofactoren, aan te vullen zodat de activatie plaats kan vinden.
Om DAO te activeren heb je voldoende vitamine C, B6, B12, ijzer en koper nodig. Heb je histamine intolerantie laat dan eerst je zink en koper meten. Als het zinkgehalte hoog is, kan koper niet voldoende opgenomen worden.
Onderstaande SNP’s zijn het meest belangrijk:
C47T, C995T, C1933G/T deze mutaties eindigen op een ‘T’ dat betekent dat er een verminderde verminderde DAO activiteit is waardoor er zich de volgende symptomen kunnen voordoen: histamine intolerantie, angst, problemen met regulatie lichaamstemperatuur, diarree, hoofdpijn, lage bloeddruk, rode huid samen met ontsteking en irritatie.
G1437A wordt geassocieerd met verminderde DAO activiteit en histamine intolerantie. Deze genmutatie zie je vooral bij Aziatische mensen. (in sommige genetische rapporten wordt deze genmutatie onder het ABPT gen ondergebracht, maar het valt echter in de AOC1 genmutaties.)
A1975C, de C aan het eind van dit gen is ook een indicatie van verminderde DAO activiteit. Deze mutatie zie je vooral bij mensen van Afrikaanse afkomst. (in sommige genetische rapporten wordt deze genmutatie onder het ABPT gen ondergebracht, maar het valt echter in de AOC1 genmutaties.)
Lees hier meer over FUT en MUC genmutaties.
Migraine
Mensen met de MTHFR SNP C667T ervaren vaker en meer ernstige migraine. 40.9 % van de mensen met migraine met aura heeft de T/T variatie van C667T. In een onderzoek onder migrainepatienten met het MTHFR variatie gaf men de patienten 6 maanden lang folaat, vitamine B6 en B12. De migraine klachten verminderden en dit ging gelijk op met de verlaging van homocysteine.
AOC1 en HNMT lijken ook een rol te spelen bij de vatbaarheid voor migraine doordat deze twee gen mutaties zorgen voor een verhoogd histamine gehalte.
Dit zijn niet lang niet alle genen die besproken worden als je je genen laat onderzoeken.
Wil je weten of je een gen mutatie hebt, bestel dan een speeksel DNA test.